Andere regels bij wedstrijden
Voetballen op jongere leeftijd, met name onder de 10 jaar, brengt zo z’n eigen regels met zich mee. Bij wedstrijden zijn de regels anders dan bij de oudere jeugd of bij de senioren. Zo wordt er bijvoorbeeld op kleinere velden gespeeld, er wordt vaak gespeeld zonder scheidsrechter, uitballen mogen weer in-gedribbeld worden en de KNVB houdt geen stand bij.
Trainingen voor de lagere jeugd
In tegenstelling tot regels bij de wedstrijd verschilt een oefening op een training niet zo zeer met die van de oudere jeugd of zelfs de senioren. Een kind kan trainen net als een prof, alleen de intensiteit van de oefening zal moeten worden aangepast aan de leeftijd. De bewegingen en de techniek blijven hetzelfde voor alle leeftijden.
Een aantal basis technieken die een kind in de leeftijdscategorie kan uitvoeren zijn:
- Balcontrole
- Dribbelen met de bal
- Koppen van de bal
- Trappen tegen de bal
Ben je trainer van JO10 of MO10 team dan zijn deze basis technieken belangrijk en daarop kan je hele leuke en makkelijke basis oefeningen verzinnen. Hieronder een aantal voorbeelden.
Oefeningen met de bal
- Maak tweetallen en plaats ze op 7 tot 10 meter uit elkaar. Laat ze de ballen naar elkaar toe spelen. Degene die de bal aanspeelt moet de bal recht in de voeten spelen. Bij degene die de bal aanneemt moet de aanname goed zijn. Dit kan je natuurlijk ook nog een aantal keren benadrukken en voorbeelden waarbij het goed gaat uitlichten en voor laten doen. Deze oefening ontwikkeld de trapoefening en de aanname van de bal.
- Geef iedereen een bal en laat ze de bal hooghouden. Dit mag met beide voeten, het hoofd en zelfs de borst. Deze oefening ontwikkeld het balgevoel en het inschatten van de bal.
- Zet een parcours uit van pionnen met aan het einde, op een meter of 3 tot 5 een goaltje. Laat de spelers door de pionnen heen slalommen en vervolgens aan het einde afwerken op de goal. Benadruk dat het belangrijk is om de pionnen niet aan te raken. Daarnaast kunnen de spelers tellen hoe vaak zij in de goal gescoord hebben. Deze oefening ontwikkeld de controle over de bal en het inzicht. Als (een aantal) spelers dit goed kunnen dan kan nog worden aangegeven dat zij ‘over de bal heen moeten kijken’ zodat zij het overzicht bewaren.
- Maak tweetallen en plaats ze op 2 tot 4 meter uit elkaar. Laat de eerste speler de bal gooien naar de twee speler die de bal vervolgens terug kopt in de handen van de eerste speler. Benadruk dat het goed terug koppen in de handen van de gooiende speler belangrijk is.
- Geef iedereen een bal en laat ze de bal in de lucht gooien. De bal mag 1x stuiteren waarna ze de bal weer omhoog schieten. Niet te hoog en in de buurt van de plek waar ze staan. Dit ontwikkeld de traptechniek en het inschatten van de bal. Deze oefening kan worden afgewisseld door het omhoog gooien van de bal en deze vervolgens aan te nemen op de grond. De bal ligt dan direct stil voor de speler. Hiermee wordt ook de aanname weer ontwikkeld.
Dit zijn een aantal simpele trainingsoefeningen. Er bestaan er echter honderden. Hieronder nog twee favoriete oefeningen die wij graag doen.
- Maak 4 vierkanten, niet aan elkaar grenzend, met steeds een meter of 5 tussenruimte. Elke vierkant moet een naam van een voetbalclub krijgen. De kinderen mogen deze naam bepalen. Bijvoorbeeld vak 1 is Barcelona, vak 2 is Ajax en ga zo maar door. Als de namen bekend zijn dan moeten de spelers tussen de vierkanten door dribbelen en door elkaar heen dribbelen. Vervolgens roept de trainer de naam van één van de voetbalclubs die bij een vak hoort. De spelers moeten direct en zo snel mogelijk dribbelend naar de vak toe. En wie als laatste is….. Deze oefening ontwikkeld de balcontrole en de spelers moeten leren om om zich heen te kijken.
- Maak een viekant van ongeveer 15 meter en geef alle spelers een bal. De spelers moeten aan de ene kant van het vierkant oversteken naar de andere kant van het vierkant. De trainer is degene die de bal probeert af te pakken van de spelers die willen oversteken. Als de trainer de bal heeft afgepakt legt de speler de bal weg en gaat in het midden staan van het vak. Als er van een tweede speler de bal wordt afgepakt, gaat die speler naast de eerste speler staan, hand in hand. Hierdoor vormen de afgevallen spelers een muur. Het spel duurt net zolang tot er één speler over is gebleven. De naam van dit spel is ‘Schipper mag ik overvaren’.
Plezier en voorzichtigheid staan voorop
Zorg altijd dat tijdens een training plezier en voorzichtigheid voorop staan. Ook jonge spelers kunnen geblesseerd raken, wees daarom alert op signalen en neem deze ook serieus. Controleer altijd voor de training of iedereen scheendekkers en voetbalschoenen met noppen aanheeft (tenzij er op een andere ondergrond wordt gespeeld).
Wordt nooit boos maar wees gematigd streng. Kinderen moeten het leuk vinden om de volgende keer weer op de training te komen. Een dolletje tussendoor moet kunnen! Betrek de kinderen zoveel mogelijk bij jouw training, laat ze bijvoorbeeld de hesjes op de hoek van het veld halen of laat ze de pionnen opruimen aan het einde van een oefening.
Conditietraining
In tegenstelling tot ouderen en profs is conditietraining bij de lagere jeugd minder belangrijk. Ze doen al conditie op tijdens een warming-up en tijdens alle trainingsvormen. Of gewoon tijdens het buitenspelen. Laat ze doen wat ze het leukste vinden en dat is lekker bezig zijn met de bal.
Partijtje
Sluit je training altijd af met een partijtje. Dit is wat de kinderen altijd het leukste van de training vinden.
Aanwezigheid op de trainingen
Hou de aanwezigheid van de spelers bij in Sideline. Als spelers de afgelopen week beide keren niet zijn komen opdagen op de training dan kan het natuurlijk gewoon betekenen dat hij of zij wissel begint aan de wedstrijd. Zo maak je ook de training doordeweeks belangrijk in het team. Lees hier hoe je de aanwezigheid kan bijhouden in Sideline.
Ben je op zoek naar gave trainingspakken voor kinderen of voor jezelf? Check dan dit aanbod bij Soccerfanshop.
Koop jouw trainingspak nu!